Brand bij zonnepaneleninstallaties voorkomen

Af en toe leest u op het nieuws dat een zonnepaneleninstallatie in brand vliegt. Dit weerhoudt sommigen van de aanschaf. Op de telegraaf was een kort artikel gewijd aan een installatie die in brand was gevlogen. Wat kunnen de oorzaken zijn en hoe houdt u de kans op brandgevaar zo klein mogelijk?

Aarden van de installatie

Wanneer de zonnepanelen aangesloten worden, moet deze geaard zijn. Dit is altijd wat extra werk, wat de meeste installateurs standaard doen. Helaas is dit niet altijd het geval. Mocht er kortsluiting of overbelasting van de kabels optreden, dan zal bij een juiste aarding niet het risico kunnen ontstaan van brandgevaar. Wanneer er een blikseminslag in de buurt is, zal dit ook een effect hebben op de panelen. Door de panelen te aarden, kan de overspanning die hiermee ontstaat op een juiste wijze worden afgevangen en omgeleid.

Bekabeling

In de markt wordt standaard 4mm kabel gebruikt om de panelen aan te sluiten op de omvormer. Dit is voor veel kleine(re) installaties prima, echter heeft een dikkere kabel voorkeur bij installaties die groter zijn en waarbij de afstanden tussen de zonnepanelen en omvormer langer zijn. Een te dunne kabel, zorgt voor minder rendement door stroomverlies. Het is dus sowieso verstandig om gebruik te maken van dikkere (6mm) kabels, al zijn deze iets duurder in de aanschaf. Op de totaalprijs van de installatie is dit nagenoeg verwaarloosbaar.

Mocht de kabel echt te dun zijn, dan zal de kabel warm worden. Dit kan zo warm worden, dat u het kunt voelen bij het aanraken van de kabel. De huls van de kabel kan op den duur smelten, waardoor het risico op brandgevaar steeds groter wordt. De plek waar dit de grootste kans heeft, is bij de connectoren.

Connectoren

Een installatie wordt door middel van connectoren onderling met elkaar verbonden. Er zijn verschillende manieren waarop connectoren worden bevestigd. De panelen onderling hebben vaak een goed koppelstuk en de afstand tussen panelen is klein. Hierdoor zal het risico van brandgevaar bij de panelen niet groot zijn. De kabel naar de omvormer, dient echter bevestigd te worden met een andere type connector. Standaard worden er twee verschillende connectoren gebruikt.

Een connector kan worden ‘geknepen’. Dit houdt in dat de connector met een knijptang op de omvormer wordt gezet. Als dit goed wordt gedaan, heeft u een sterke verbinding. Helaas wordt dit echter niet altijd goed gedaan. In combinatie met een te dunne kabel, is dit de plek waar vonkjes (en dus brandgevaar) kunnen ontstaan.

Er zijn ook draaiconnectoren. De naam zegt het al; deze connector wordt niet vastgeknepen, maar wordt op de kabel gedraaid. Hiermee elimineert u de kans op vonkjes bij dit soort aansluitingen. Een draaiconnector is iets duurder in aanschaf, maar installateurs geven aan dat hiermee het risico op oververhitting sterk wordt verkleind.

Kans op brand

Een goed doorberekende installatie heeft een zeer kleine kans op overbelasting. Het risico van brandgevaar bij een goed aangesloten installatie is nagenoeg niet aanwezig. kijk echter bij het aanschaffen van de installatie goed naar wat u wordt aangeboden door de installateur. Werkt de installateur bijvoorbeeld standaard met 6mm kabel en draaiconnectoren? Werken ze met eigen personeel of ingehuurd? Dit zijn een aantal van de factoren waar u bij een offerte goed op moet letten. Lees ook onze andere tips en tricks over “het vergelijken van offertes”.